Vanochtend nam ik afscheid van een vriendin. Ik nam afscheid, omdat ze nog maar kort zal leven. Zelf zei ze daarover, terwijl ze met haar hand over haar lichaam gleed: ‘als ik het zo voel, dan heb ik nog een week of vier’.
Wij ontmoetten elkaar zo’n tien jaar geleden. Ik werkte bij een opleidingsinstituut – een levensschool eigenlijk – en zij volgde daar een opleiding. Meer dan elkaar vluchtig kennen was het toen nog niet. Tot ze me zo’n vier jaar geleden een mail stuurde, waarin ze vertelde dat ze ziek was en dat ze me graag zou willen ontmoeten. Die ontmoeting resulteerde erin, dat ik haar mocht interviewen over haar ziek zijn. We hadden een prachtig gesprek over hoe ze tegen het leven en de dood aankeek, wat ze mocht ontdekken over zichzelf in het ziekzijn, over vol in het leven staan – ook als je ziek bent – en ook over de zin van haar leven. Van het interview werd een korte film gemaakt, een film die nu – zichtbaar voor iedereen – op YouTube staat. Want dat wilde ze graag. 'Alles wat ik nu leer – in dit ziek zijn – zei ze, leer ik niet alleen voor mijzelf. Ik wil het graag delen'. En zo geschiedde. Daarna bleven we in contact. Met enige regelmaat reed ik naar haar toe en altijd hadden we mooie gesprekken waarin ze me vertelde over waar ze ‘was’ in haar ziekzijn, wat haar bezig hield, wat ze moeilijk vond of waar ze van genoot. En ik op mijn beurt vertelde haar over mijn leven. Op een gegeven moment besloten we, dat we vriendinnen waren. Het was niet het soort vriendschap waarbij je elkaar met grote regelmaat ziet, of waarbij de app’jes over en weer vliegen, maar wel het soort vriendschap waarbij je elkaar begrijpt, vaak zonder woorden, een vriendschap gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect. Wanneer we elkaar zagen, was het altijd goed, we haakten als het ware bij elkaar aan, of, misschien beter gezegd, tuneden bij elkaar in en konden over alles spreken. Maar nu, nu was dan toch het moment gekomen om afscheid te nemen. Dat wilde ik heel graag en ik was blij dat ze daar ruimte en energie voor had. Niet alleen wilde ik haar nog een keer in de ogen kijken, vooral wilde ik haar bedanken. Haar vraag aan mij, om met haar op zoek te gaan naar een manier om haar inzichten ‘vast te leggen en te delen’ heeft mij enorm veel gebracht. Haar onvoorwaardelijke vertrouwen in mij maakte, dat ik mijzelf leerde te vertrouwen. En zo zat ik vanochtend in de hoek van de bank waar zij lag. Haar benen lagen over mijn benen en daar overheen lag een dekentje. Haar hond aan mijn voeten. Een intiem samenzijn. En ik ontdekte opnieuw mooie dingen over afscheid nemen. Afscheid nemen kan alleen maar in het moment. En afscheid kan alleen maar wanneer je ín dat moment ten volle aanwezig bent, met huid en haar. Het heeft zo weinig zin je er op voorhand zorgen over te maken of op voorhand angstig te zijn voor dat wat komt. Wanneer je oprecht aanwezig kunt zijn in het moment, je aan kunt sluiten bij de ander, vallen de zorgen en angsten als vanzelf weg. Afscheid nemen is loslaten. Maar voordat je los kunt laten, zul je eerst vast moeten houden. En dat is wat wij deze ochtend deden. We hielden elkaar vast. We hielden elkaar vast in onze aandacht en aanwezigheid. Ik stapte voor even in haar wereld en verder was er niets. We spraken over de vele mooie ontmoetingen die ze nu nog heeft. Allemaal cadeautjes, zei ze daarover. Ze vertelde over de mensen die bij haar ‘aanwezig kunnen zijn’ en over de mensen die dat niet meer kunnen. Voor wie het naderende afscheid het contact in het hier en nu in de weg zit. Ze zag het zoals het was, zonder oordeel. We spraken over de laatste weken en hoe ze die voor zich ziet, over het naderende afscheid en haar mooie plekje op de natuurbegraafplaats. De dood is ongrijpbaar. Te weten dat zij nu zo’n andere weg gaat volgen, dat kan ik snappen met mijn hoofd, maar tegelijk kan ik het niet bevatten, ik kan er niet ‘bij’. Maar deze ontmoeting was zo concreet en werkelijk als een ontmoeting maar kan zijn. Er was even geen verleden, geen toekomst, er was alleen maar hier en nu en wij samen. En daarin was alles aanwezig. Op het moment dat ik wilde zeggen: ‘als het je te veel wordt ….’, sprak zei de woorden: ‘ik ga je dag zeggen’. Nog één keer een knuffel en nog één keer elkaar in ogen kijken. Een zoen door het glas van de deur en daarna stapte ik weer de wereld in. Het was goed.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archieven
Augustus 2020
Categorieën |