Met die zin eindigt het voorwoord van Riet Fiddelaers-Jaspers in het boek Leven zonder ouders van Daan Westerink. Niet voor het eerst vandaag voel ik mijn tranen omhoog schieten.
Het is 14 november en het is vandaag een jaar geleden dat mijn moeder overleed. Op weg naar deze dag toe, probeerde ik de afgelopen weken woorden te geven aan dat wat ik van binnen voelde. Was het missen? En zo ja, wàt miste ik dan? Maar nu met deze zin, over die fakkel, denk ik: ja, misschien is dat het wel. Ik ben het nu. En wat dat precies betekent of inhoudt, dat weet ik nog niet. Of ergens 'weet' ik dat misschien wel, maar zijn er nog geen woorden. Wel fonkelt er ineens een herinnering achter mijn ogen. Ik zit weer naast haar bed, ben me bewust van haar laatste adem en dat zij die achterliet voor mij. Het voelt kwetsbaar en toch ook hoopvol. Ik besef me eens te meer dat het belangrijk is wakker en waakzaam te blijven, die fakkel brandend te houden en te beschermen, want hij schijnt het licht van de liefde en van onze geschiedenis. Dag mam
0 Comments
Elke keer dat ik de was doe, valt mijn oog erop: haar paarse trui. Hij ligt in de bijkeuken, bovenop een kastje waarin ik vuile was verzamel. Zo’n Ikea-kastje met oranje bakken, je kent het vast. Vroeger was het gevuld met speelgoed. Nu dus met de vuile was. Wit bij wit, zwart bij zwart, bont bij bont.
Na haar overlijden nam ik bijna al haar kleren mee naar huis. Alleen wat onderkleding bleef achter in het verpleeghuis, altijd handig voor de zorg wanneer iemand een ‘ongelukje’ heeft gehad. Ik wilde alles netjes wassen, zo mogelijk verstellen en dan gereed maken voor een ‘tweede leven’. Een paar truitjes belandden in mijn eigen kast. Maar die paarse trui. Op de een of andere manier kon ik er nog geen afstand van doen. Ik heb hem ook nog niet gewassen. Hij ligt daar maar. Als een frummeltje. Nu haar sterfdatum langzaam maar gestaag dichterbij komt – al bijna één jaar; hoe dan?? – is het alsof de trui zich duidelijker laat zien, duidelijker aanwezig is. Alsof hij aandacht vraagt. En als ik dan mijn ogen dicht doe, dan zit zij er gewoon weer ín. In die trui. Ach, wat hield ze van mooie kleren. Vroeger, heel lang geleden, maakte ze bijna alles zelf. Jurken, broeken, bloesjes, bikini’s en nog zoveel meer. Ze was daar ook heel handig en creatief in. Maar op een gegeven moment stopte ze met zelf kleding maken. Het was niet meer nodig. Vanaf dat moment kocht ze graag kleding. Maar het moest wel mooi zijn. Van mooie stof. Mooi gemaakt. Aansluitende blokken. Doorlopende strepen. Netjes afgewerkt, zowel van buiten als van binnen. Ach, wat lijkt het lang geleden. Maar toch, met die trui in de bijkeuken, op dat kastje, is dat alles ineens ook weer heel dichtbij. Is zij ineens weer heel dicht bij. Ik kan haar bijna aanraken. Alles heeft z’n eigen tijd, zeg ik vaak. En dat is zeker zo in het afscheid nemen. Maar nu lijkt het toch tijd de trui te wassen. Met de hand. Nog één keer. Nog één keer op mijn wasrek. En dan in de zak van max. Bedoeld om – met de winter voor de deur – iemand anders mooi warm houden. 'Ik ben zo bang dat ik het niet goed doe.’ 'Als ik het nu niet goed doe, dan heb ik daar later last van.’ Het zouden zomaar wat uitspraken van cliënten kunnen zijn. Wanneer iemand zoiets zegt, dan zijn er meestal drie dingen die ik terug geef.
Het eerste is, dat er geen ‘goed’ of ‘fout’ is in een rouwproces. Na een ingrijpend verlies sta je op onbekend terrein, je bent waar je nog niet eerder was en je kent jezelf ook nog niet in deze nieuwe situatie. Dat vraagt een aftasten, een zoeken en een voelen: wat past er bij jou, wat klopt voor jou en wat geeft jou rust en vertrouwen? Misschien voel je al wel, dat de woorden ‘aftasten’, ‘zoeken’ en ‘voelen’ actieve woorden zijn, woorden waar een beweging in zit en dat is ook wel de kern van een gezond rouwproces: beweging. Het tweede is, dat je alleen in het moment kunt rouwen. Je kunt alleen aandacht geven aan de tranen, als ze zich laten zien. Je kunt alleen aandacht geven aan gevoelens, gedachten of emoties, als die zich laten voelen. Je kunt niet ‘in het voren’ rouwen, of ‘voorkomen’ dat je straks gaat huilen. Of boos wordt. Of wat dan ook. Het gebeurt als het gebeurt. Mag het er dan zijn? Tegelijk leert de ervaring wel, dat wanneer je vandaag aandacht geeft aan dat wat er is - gevoelens, emoties of tranen - dat je daarmee ‘voorkomt’, dat deze zich gaan opstapelen. Natuurlijk kunnen we ze heel lang ‘tegenhouden’, misschien omdat het niet uitkomt of omdat we er bang voor zijn, maar ergens willen ze ‘er toch uit’. Dat ‘tegenhouden’ zou je in jezelf kunnen voelen door bijvoorbeeld een brok in je keel, spanning tussen je schouderbladen, gebrek aan ademruimte of een kort lontje. En tenslotte is er het gegeven, dat je alleen maar kunt zijn waar je bent. Dat probeer ik uit te leggen aan de hand van een persoonlijk voorbeeld. Mijn vader overleed toen ik 36 jaar was. Ik was getrouwd, had een zoontje van 3 jaar en was hoogzwanger van ons tweede kindje. Ik rouwde om wat ik toen kon ‘overzien’. Dat mijn kinderen hun opa niet zouden leren kennen. Dat ik mijn ‘vangnet’ in deze wereld kwijt was. Dat ik met mijn vader ook een deel van mijn moeder verloor. In de loop van de jaren werd het missen minder. Ik raakte eraan gewend, dat mijn vader er niet was. Ik was de 50 al gepasseerd, toen ik op een mooie zonnige middag in de tuin zat en uit het niets heel erg moest huilen, omdat ik mijn vader zo miste. Waarom waren die tranen er ineens? We zaten toen in een periode waarin duidelijk werd dat mijn moeder niet langer zelfstandig zou kunnen wonen. We moesten per direct een verpleeghuis voor haar vinden en nergens was plek. Het gemis van mijn vader voelde toen ineens heel groot, de enorme verantwoordelijkheid die ik voelde had ik zo graag met hem willen delen. ‘Waar ben je nou’, schreeuwde ik in gedachten. Een rouwproces eindigt niet, net zo min als liefde eindigt. Een verlies blijft een verlies en een gemis blijft een gemis. Natuurlijk veranderen gevoelens en emoties met de tijd van kleur, van gevoel, van scherpte. En waar een ingrijpend verlies in eerste instantie jou en jouw dagen volledig vult, wordt de wereld op een gegeven moment weer ietsje groter en ontstaat er langzaam weer ruimte voor de dingen om je heen. Maar wanneer jouw leven verandert, wanneer er zich nieuwe situaties aandienen, dan kan het er zomaar ineens weer zijn. Herken je dat? Misschien word je moeder, ga je trouwen, scheiden of verhuizen. Grote gebeurtenissen waarin je iemand zomaar ineens weer heel erg kunt missen. Het rouwproces, waarvan je dacht dat je dat had ‘afgesloten’, opent zich weer. Maar dat betekent niet dat je ‘terug bent bij af’. Het betekent alleen, dat je ergens bent waar je nog niet eerder was. Dat je iets ziet en voelt wat je daarvoor nog niet kon zien of voelen. Het leven nodigt je uit opnieuw naar een verlies te kijken. Het leven beweegt en verandert en daarin beweeg en verander jij mee. Vandaag ben je iemand anders dan gisteren en wie je morgen zult zijn, tja, dat weet je morgen pas. Het teruglezen van haar eigen levensverhaal vond ze confronterend, het had meer impact dan ze van te voren had gedacht. Het was zo hard beschreven, zei ze, ze had gehoopt dat het wat zachter zou zijn. Tegelijk realiseerde ze zich, dat het haar eigen woorden waren die nu op papier stonden, dat ze het zelf zo had verteld. Ze voelde ook, dat het klopte. Dus was het waar. Het zette haar aan het denken.
Het verhaal van ons leven kunnen we keer op keer vertellen. De woorden rollen vaak als vanzelf uit onze mond en verdwijnen in de atmosfeer. En als we niet stilstaan bij die woorden, hoeven we niet te voelen. Met het vast laten leggen van je levensverhaal, maak je eigenlijk een innerlijke reis. Je vertelt hetzelfde verhaal, maar de woorden verdwijnen niet, ze worden vastgelegd. Wanneer je je verhaal vervolgens terugleest, dan is het alsof je naar jezelf kijkt. Dan moet je wel voelen. Dat kan confronterend zijn. Maar het is vooral ook helend. Zij maakte die innerlijke reis, het werd een reis door het donker naar het licht. Door haar verhaal te kunnen vertellen, precies zoals het voor haar was, kwam er ruimte voor dat wat er óók was geweest: voor vreugde en liefde. Maar dat had altijd verborgen gelegen onder die harde en donkere woorden. Nu was er licht en lucht bij gekomen. Het bracht haar rust van binnen. En dat werkte vervolgens weer door in de wereld om haar heen. Ben jij benieuwd wat het vertellen van jouw levensverhaal voor jou kan doen? Kijk op: Vrouw & Rouw | Levensverhaal (vrouwenrouw.nl), of neem contact op. Ik ontmoet je graag. Eva Niet persé in die volgorde, maar wel: Wat zijn ze van belang in ons leven en voor ons welzijn Tegelijk is het en blijft het een zoeken. Een zoeken en een voelen. Niet alleen in het ‘gewone’ leven, maar vooral ook in het leven dat er anders uitziet dan je graag zou willen. Een leven bijvoorbeeld, na een ingrijpend verlies, zoals het overlijden van een geliefde, het verlies van gezondheid of een echtscheiding. Ik zeg het vaak tegen cliënten die worstelen in hun rouwproces en niet snappen waarom de dingen niet meer lukken zoals ze altijd lukten, die zichzelf niet meer snappen: Rouwen is hard werken. Het woord ‘rouwarbeid’ spreekt voor zich. Wanneer je in een rouwproces ‘zit’, kun je niet anders dan een nieuwe balans zoeken. Je energiehuishouding is anders en het voor jezelf zorgen zoals je dat misschien altijd deed, werkt niet meer. Zoeken dus. Tussen wie je was en wie je nu bent. Tussen wat kon en nu (even) niet. Tussen verleden en heden. Tussen rouwen en herstellen. Maar dat gaat niet vanzelf, het vraagt elke dag opnieuw jouw aandacht. Het is een vallen en een opstaan en proberen daar dan geen oordeel over te vellen. In al dat onbekende is er – wat mij betreft – steeds één uitgangspunt, of, zo je wilt één beginpunt. En dat ben jij. Voor veel cliënten is dat de wereld op z’n kop, of op z’n minst heel ongemakkelijk en ongewoon. Ze zijn zo gewend de blik naar buiten te richten, te kijken wat de ánder nodig heeft, dat ze niet meer weten hoe ze naar binnen kunnen kijken, laat staan dat ze kunnen voelen wat ze zelf nodig hebben. Toch weten ze, ergens diep van binnen, dat het wel anders mag. Vorige week had ik een gesprek met een cliënt. Ze verloor haar vader onlangs, heeft een zieke moeder en is zelf recent moeder geworden. Ik vroeg haar wat onze gesprekken haar brachten. Ze antwoordde: ‘Dat ik zelf (ook) belangrijk ben, en dat alles begint bij mij’. Ze vertelde dat het haar heeft geholpen de dingen anders te doen, andere keuzes te maken. En daarna zei ze: ‘Dat doe je best wel goed’. En misschien komt dat wel, omdat ik zo goed weet waarover ik het heb. Wanneer ik mijn cliënten zeg dat zij zelf het allerbelangrijkste zijn in hun leven, dat alles bij hen begint, dan meen ik dat oprecht. Wanneer ik ze vertel dat je werkelijk niet meer kunt geven dan je hebt, dan weet ik ook écht, dat dat zo is. Zelfzorg, balans en energie zijn niet geheel toevallig een belangrijk thema in mijn eigen leven. Niet uit een soort van egoïsme of egocentrisme, maar uit noodzaak, uit zelfbehoud, uit liefde voor het leven, voor mijzelf en ook voor de mensen om mij heen. Wanneer jij lief bent voor jezelf, dan is dat waarmee je de wereld in stapt. Dan is dat wat je bij je draagt en door zult geven. Wanneer ik lief ben voor mijzelf en goed voor mijzelf zorg, dan krijgen mijn cliënten het allerbeste van mij. Zorg ik niet goed voor mijzelf, dan krijgen ze niet meer dan een slap aftreksel van wat het had kunnen zijn. En nee, dat is niet altijd gemakkelijk. Ook dát weet ik uit eigen ervaring. Soms moet je – moet ik – keuzes maken die niet leuk zijn, waar ik in eerste instantie niet blij van word, verdrietig misschien zelfs. Maar ik maak ze, omdat dat het enige is wat ik op moment kan doen. Omdat doorgaan op de ‘oude’ weg niet langer klopt, niet langer gaat, niet langer goed is. Een andere cliënt vertelde me, dat haar leidinggevende had aangegeven dat ze minder gefocust was in haar werk en dat ze dingen vergat. Dat vond mijn cliënt vervelend om te horen, vooral omdat ze het zelf nog niet had waargenomen. Het voelde als een falen, een tekort schieten. Ik legde uit, dat dit klachten zijn die passen binnen een normaal en gezond rouwproces. Ik vertelde haar over rouwarbeid, wat dat inhoudt en dat je zou kunnen zeggen dat ze nu twee banen heeft. ‘Dus, zei ze, dan kan ik er eigenlijk niets aan doen om het te veranderen? Behalve het de tijd geven’? Ik beaamde dat tijd een wezenlijke factor is in een rouwproces, maar, zei ik ook, een wond geneest niet vanzelf. En een verlies kun je zien als een wond. Elke wond heeft verzorging en liefdevolle aandacht nodig, anders gaat hij ontsteken en zal groter worden. En dat is dus ook, wat je in een rouwproces kunt doen. Zorg goed voor de wond in jezelf door voldoende rust te nemen, niet over je grenzen heen te gaan, zorg voor een hygiënisch slaappatroon en eet en drink gezond. En: stel je zelf elke dag de vraag: Wat heb ik nodig? En luister goed naar het antwoord, want de enige die op die vraag het juiste antwoord weet, dat ben jij. Tot slot geef je jezelf de tijd en probeer je elk oordeel daarover los te laten. Dan zul je na verloop van tijd merken, dan een rouwproces óók een persoonlijk groeiproces is: jij groeit door het rouwen heen en om het verlies heen. En nee, het is niet altijd een makkelijke weg, wel een weg die helend kan zijn en jou kan bekrachtigen in de mens die je bent. Misschien betekent dat, dat je in de buitenwereld even een stapje terug moet doen, dat je niet méér, maar juist even minder je best mag doen. Het is aandacht geven aan dat wat aandacht vraagt, en dat ben jij, dat is de wond van het verlies. De buitenwereld zal daar uiteindelijk alleen maar 'profijt' bij hebben.
Onlangs werd ik gebeld door een oudere dame met de vraag of ik haar levensverhaal zou willen schrijven. Er waren dingen in haar leven gebeurd die ze niet goed kon verteren, die haar bleven beïnvloeden, onrust en ook boosheid bleven geven. En dat wilde ze anders. Zo aan het einde van haar leven wilde ze rust in haar hoofd, het onaffe afronden, ze wilde verzachten.
Twee uur lang sprak ik met haar. Of eigenlijk was zij het vooral die vertelde. Ik heb het gesprek daarna uitgewerkt en in de vorm van een verhaal gegoten: haar levensverhaal. ‘Het ziet er erg goed uit’, appte ze me deze week. Waar ik dan weer heel blij van word, want wat ís het altijd spannend om een levensverhaal te schrijven, door te sturen en dan af te wachten of het klopt, of het aansluit. Na de zomervakantie zullen we elkaar nog een keer zien, om de puntjes op de ï te zetten en samen te kijken of we tot een afronding kunnen komen of dat er nog wat nodig is. Je verhaal zwart op wit hebben, het kunnen lezen, en nog eens, en nog eens, het brengt iets anders op gang dan dat wat in een ‘gewoon’ gesprek gebeurt. Ik ken dat zelf en hoor het ook vaak terug. Wanneer je je verhaal vertelt, verdwijnen de woorden als het ware, soms hoor je zelf ook niet goed wat je zegt, ben je al weer verder in je verhaal. Maar wanneer de woorden gevangen worden, jouw woorden, en wanneer precies die woorden op papier komen, dan ontmoet je jezelf op een hele andere manier. Soms mooi, soms ontroerend, soms confronteren, maar altijd precies zoals het is. Ben je benieuwd wat het vertellen en vastleggen van jouw verhaal voor jou kan betekenen? Neem dan contact met me op, dan onderzoeken we dat samen. Je kunt ook hier meer informatie vinden. Eva Het was een mooie vraag, het afgelopen weekend. Ik was met mijn vriendin op pad, gezellig samen naar Noordwijk en voor even leek het of we alle tijd van de wereld hadden. ’s Ochtends aan het ontbijt kwam de vraag voorbij. We hadden het over mijn moeder, ze overleed afgelopen november. Mis je haar? Gelijk voelde ik de tranen omhoog schieten. Gelijk ook floepte mijn verdediging eruit: dat ik wat moe was, na onze gezellige dag en avond ervoor. Wat waar was, maar natuurlijk hoef ik mij niet te verontschuldigen voor mijn tranen. Niet bij mijn vriendin, bij niemand niet! En toch gebeurde mij wat ook mijn cliënten vaak gebeurt, wanneer de tranen opwellen. Een gevoel van ongemak. Een sorry. Maar, zullen we dat niet meer doen? Omdat het niet nodig is. Omdat het oplucht. Omdat dat wat in jou, in mij is, mag stromen. Omdat het ruimte geeft. Innerlijke ruimte. Vervolgens antwoordde ik met een ‘ja’. Dat ik haar mis. En nee, niet die laatste jaren van ziek zijn. Niet de verantwoordelijkheid die soms zwaar drukte. Niet het noodgedwongen over moeten nemen van de regie. Niet het moeten nemen van beslissingen die je als dochter helemaal niet wilt nemen. Maar ik mis haar wel. Dat is soms ietwat ontregelend, zoals nu, maar vooral ook mooi. Ze was en is immers wel mijn moeder, al bijna 59 jaar. Wat ik wel mis, zei ik, is dat, wat we niet hebben kunnen zijn voor elkaar. En ook nooit meer zúllen zijn voor elkaar. Ik mis wat er niet meer was, omdat ze ziek werd. Ik mis wat ze niet kon zijn voor mij en voor mijn kinderen, omdat die ziekte haar steeds meer in zijn greep kreeg. En wat ik ook mis, is haar oprechte blijdschap, die er die laatste periode soms zomaar ineens kon zijn. Ik vertel hoe mijn moeder de laatste maanden van haar leven zo ontroerend verrast kon zijn, wanneer ik bij haar op bezoek kwam. Dan liep ik de huiskamer van het verpleeghuis binnen, de plek waar ze meestal was, omdat ze niet meer voor zichzelf kon zorgen en dan zag ik haar zitten op een stoel, stilletjes, meestal in zichzelf gekeerd. En als ik dan: ‘dag mam’ zei, dan keek ze op, soms duurde het even voor ze me echt zag, en dan was er die blik, die langzaam open ging, om vervolgens heel blij: ‘Eva!’ te zeggen. Dat mis ik. Of die keren dat ik naast haar op bed zat en zij tegen mij aan, zo heel vertrouwd, haar hoofd op mijn schouder, in stilte. Dat mis ik ook. Het is gewoon gek, zei ik, om geen ouders meer te hebben. En nu ik dit schrijf, denk ik dat de lading van het woord ‘verweesd’ daar misschien het beste bij past.
Wat doet het met jou? Het zonder ouders door het leven gaan? Is er een missen, of wordt dit missen ingesloten door de waan van de dag? Vind je het fijn daar iets over op te schrijven en dat te delen: graag! Wanneer je wilt, stuur je dat naar: [email protected]. Ik reageer altijd. Eva Mijn oog viel op een oproepje op Social Media. Of er iemand was die ervaring heeft in het omgaan met rouw bij dementerende mensen. Ik stuurde de persoon in kwestie een berichtje en schreef dat ze me wel mocht bellen.
Er stonden nog een paar andere reacties onder de vraag en daarin werd het woord ‘expert’ genoemd. Dat ben ik natuurlijk niet. De echte experts zijn wat mij betreft de mensen die dag in dag uit zorg dragen voor mensen met een vorm van dementie. Wel kreeg ik in mijn directe omgeving met dementie te maken en dat leidde ertoe dat ik me in dit onderwerp ben gaan verdiepen. Dit, in combinatie met mijn ervaring als rouwbegeleider, maakte dat ik dacht: misschien kan ik haar wat verder helpen. Gisteren hadden we telefonisch contact. Ze vertelde dat ze een gastles mag verzorgen op een ROC opleiding voor verzorgenden, dat ze in haar werk wel ervaring heeft met rouw en verlies, maar niet met dementerende mensen. Tussen de regels door meende ik te horen dat ze dat ook best wel spannend vindt. Wat zou je willen weten, vroeg ik haar. En toen sprak ze de woorden die de rest van die dag door mijn hoofd dwarrelden, woorden waarin voor mij iets fundamenteels werd aangeraakt. Ze vroeg of ik wist of dementerenden de hele dag ‘van het padje af zijn’, of dat ze ook heldere momenten hebben. Wat ik precies heb geantwoord weet ik niet meer en dat doet er ook niet toe. Ik reageerde vooral op de woorden ‘van het padje af zijn’. Ik zei dat ik begreep wat ze daarmee bedoelde te zeggen, maar dat ik dat zelf zo niet zou omschrijven. Ik benadrukte dat mensen die lijden aan een vorm van dementie gewoon mensen zijn, mensen die weliswaar geheugenklachten hebben, soms gedragsproblemen of een veranderend karakter, maar wel: mensen. Ik vertelde dat één op de vijf mensen een bepaalde vorm van dementie ontwikkelt en dat dat betekent dat we er allemaal op de een of andere manier mee te maken krijgen. Een ouder, een partner, een vriend of vriendin, of misschien wijzelf. Laten we hen, laten we elkaar, met waardigheid blijven benaderen. Omdat ze nog zo weinig bekend was met dementie deed ik ook een aantal suggesties. Ik vertelde over de films Still Alice en The Father, ik noemde het integere programma van Hugo Borst en Adelheid Roosen en vertelde over Bureau MORBidee, dat mooie praatkaarten heeft ontwikkeld, en over de websites van Alzheimer Nederland en Dementieintheater. Maar omdat vooral die woorden bleven resoneren, zei ik aan het einde van ons gesprek, dat het misschien met name belangrijk is, dat ze de studenten van het ROC vertelt dat dementerende mensen gewone mensen zijn, niet mensen waar ze bang voor hoeven zijn. Dat het mensen zijn die een heel leven hebben geleid, zoals jij en ik, dat ze midden in het leven stonden en meedraaiden in de maatschappij. En dat ze daarom ons respect verdienen, onze tijd, aandacht en liefdevolle zorg. Ik zei dat het ondersteunend zou kunnen zijn wanneer de studenten zich zouden verdiepen in het ziektebeeld, omdat begrijpen het begrip vergroot. En tot slot deed ik de suggestie te onderzoeken of zij zelf een dagje mee zou kunnen lopen bij een dagbesteding voor mensen met dementie. Niet alleen omdat de begeleiders en vrijwilligers daar haar vast nog veel meer kunnen vertellen over dit onderwerp, maar ook om dat zij zo zelf meer vertrouwd zou raken met dit onderwerp. En tot slot: Nee, er is niet één antwoord op de vraag hoe we om moeten gaan met rouw bij mensen met een vorm van dementie. Er is wel één antwoord op de vraag hoe we om moeten gaan met rouw en met elkaar en dat is volgens mij: met respect en zonder oordeel. Dus daarom, ‘van ’t padje af’: zullen we dat gewoon niet meer zeggen? Van november 2019 tot november 2020 had ik gesprekken met haar, gesprekken over verschillende vormen van verlies in haar leven. We ontmoetten elkaar steeds in een bos, ergens tussen haar en mijn woonplaats in. De seizoenen kwamen en gingen, soms scheen de zon, soms was er mist, een enkele keer regende het en alles wat voorbij kwam was behulpzaam in het geheel.
We werkten onder andere met de leervraag, een ‘methode’ die je kan helpen jezelf boven de waan van de dag uit te tillen. De leervraag kan focus geven en je helpen aandacht te geven aan dat wat van binnenuit belangrijk voor je is. Afgelopen oktober ontving ik opnieuw een mail van haar. Ze vroeg zich af of ik open zou staan voor wandelcoach-leervraag gesprekken, zonder dat het direct met rouwen te maken heeft. Ze schreef dat ze veel drukte in haar leven ervaart en ook in haar hoofd. En dat het haar niet lukt zelf te luisteren naar een nieuw thema. ‘Mijn gedachten maken teveel lawaai lijkt het’, schrijft ze. En ook dat ze denkt dat wandelen met mij haar kan helpen. Ik heb teruggeschreven dat ik het een prachtige vraag vind en dat ik graag met haar ga wandelen. In januari gaan we elkaar opnieuw ontmoeten, in het bos. Zelf leef ik al sinds 2008 elk jaar met een leervraag en elk jaar ben ik weer geraakt en ontroerd door wat het mij brengt aan rust en inzicht. Ben jij benieuwd of een leervraag iets voor jou kan doen? Kijk dan hier voor meer informatie of bel me gewoon even. Misschien heb je het gemerkt, misschien ook niet.
Het was stil de afgelopen weken, stil in mij en daardoor ook stil op mijn account. Mijn moeder was de grond onder de stilte; zij overleed zondagavond 14 november jl. Drie dagen waakte ik aan haar bed, drie kostbare dagen waar ik met veel ontroering en dankbaarheid op terug kijk. Inmiddels is het afscheid geweest, hebben we haar appartementje leeggehaald en zijn haar kleren uitgezocht. En nu? De stilte waar ik met het waken in gleed is er nog, er is immers een gat geslagen en daarin lijkt alles te verdwijnen. Toch wil iets in mij ook weer in beweging komen, mensen ontmoeten, het leven leven. Dus probeer ik een goed ritme te vinden tussen rouwen en herstellen. Tijdens gesprekken met cliënten vertel ik vaak over het belang van het vinden van dit ritme. Ik gebruik daarbij graag de metafoor van het bootje dat heen en weer vaart tussen het Eiland van Verlies en het Eiland van Herstel. Ik leg uit dat het zo belangrijk is, dat je beide roeispanen gebruikt, omdat je anders bij één van de eilanden in kringetjes zult blijven ronddraaien. Ik vertel over verdringen en verdrinken en over het belang van zelfzorg. Nu ervaar ik zelf – opnieuw – hoe belangrijk deze beweging tussen de twee eilanden is. Hoe belangrijk het is jezelf te zien en (voor) waar te nemen. Hoe belangrijk het is te rouwen, omdat je anders zult vollopen met de tranen van verdriet. En ook hoe belangrijk het is je weer te verbinden met de wereld en de mensen om je heen, met dat wat je graag doet, de dingen waarvan je oplaadt. Wat ik eigenlijk wil zeggen is: ‘Ik ben er weer'. En mocht het ergens de komende tijd toch weer even stil zijn, weet dan dat ik voor even op het Eiland van Verlies ben. Maar dat mijn bootje alweer gereed ligt om me naar het Eiland van Herstel te varen. En dat ik er naar uitkijk je daar te ontmoeten! Eva |
Helderheid in de mistZoekend naar mezelf schrijf ik al mijn hele leven. Het schrijven helpt me te komen tot de essentie. Van mij, mijn gedoe, mijn vreugde en verdriet, kortom van mijn leven. Schrijven brengt helderheid in de mist. Het brengt me naar gebieden waar de zon schijnt. Al is het maar voor even. |