Het was een mooie vraag, het afgelopen weekend. Ik was met mijn vriendin op pad, gezellig samen naar Noordwijk en voor even leek het of we alle tijd van de wereld hadden. ’s Ochtends aan het ontbijt kwam de vraag voorbij. We hadden het over mijn moeder, ze overleed afgelopen november. Mis je haar? Gelijk voelde ik de tranen omhoog schieten. Gelijk ook floepte mijn verdediging eruit: dat ik wat moe was, na onze gezellige dag en avond ervoor. Wat waar was, maar natuurlijk hoef ik mij niet te verontschuldigen voor mijn tranen. Niet bij mijn vriendin, bij niemand niet! En toch gebeurde mij wat ook mijn cliënten vaak gebeurt, wanneer de tranen opwellen. Een gevoel van ongemak. Een sorry. Maar, zullen we dat niet meer doen? Omdat het niet nodig is. Omdat het oplucht. Omdat dat wat in jou, in mij is, mag stromen. Omdat het ruimte geeft. Innerlijke ruimte. Vervolgens antwoordde ik met een ‘ja’. Dat ik haar mis. En nee, niet die laatste jaren van ziek zijn. Niet de verantwoordelijkheid die soms zwaar drukte. Niet het noodgedwongen over moeten nemen van de regie. Niet het moeten nemen van beslissingen die je als dochter helemaal niet wilt nemen. Maar ik mis haar wel. Dat is soms ietwat ontregelend, zoals nu, maar vooral ook mooi. Ze was en is immers wel mijn moeder, al bijna 59 jaar. Wat ik wel mis, zei ik, is dat, wat we niet hebben kunnen zijn voor elkaar. En ook nooit meer zúllen zijn voor elkaar. Ik mis wat er niet meer was, omdat ze ziek werd. Ik mis wat ze niet kon zijn voor mij en voor mijn kinderen, omdat die ziekte haar steeds meer in zijn greep kreeg. En wat ik ook mis, is haar oprechte blijdschap, die er die laatste periode soms zomaar ineens kon zijn. Ik vertel hoe mijn moeder de laatste maanden van haar leven zo ontroerend verrast kon zijn, wanneer ik bij haar op bezoek kwam. Dan liep ik de huiskamer van het verpleeghuis binnen, de plek waar ze meestal was, omdat ze niet meer voor zichzelf kon zorgen en dan zag ik haar zitten op een stoel, stilletjes, meestal in zichzelf gekeerd. En als ik dan: ‘dag mam’ zei, dan keek ze op, soms duurde het even voor ze me echt zag, en dan was er die blik, die langzaam open ging, om vervolgens heel blij: ‘Eva!’ te zeggen. Dat mis ik. Of die keren dat ik naast haar op bed zat en zij tegen mij aan, zo heel vertrouwd, haar hoofd op mijn schouder, in stilte. Dat mis ik ook. Het is gewoon gek, zei ik, om geen ouders meer te hebben. En nu ik dit schrijf, denk ik dat de lading van het woord ‘verweesd’ daar misschien het beste bij past.
Wat doet het met jou? Het zonder ouders door het leven gaan? Is er een missen, of wordt dit missen ingesloten door de waan van de dag? Vind je het fijn daar iets over op te schrijven en dat te delen: graag! Wanneer je wilt, stuur je dat naar: [email protected]. Ik reageer altijd. Eva
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Helderheid in de mistZoekend naar mezelf schrijf ik al mijn hele leven. Het schrijven helpt me te komen tot de essentie. Van mij, mijn gedoe, mijn vreugde en verdriet, kortom van mijn leven. Schrijven brengt helderheid in de mist. Het brengt me naar gebieden waar de zon schijnt. Al is het maar voor even. |