In mijn werk als rouwbegeleider mocht ik de afgelopen jaren vele mensen ontmoeten; tijdens één-op-één-sessies, trainingen of lezingen. In de eerste jaren was ik vaak onzeker. Kan ik het wel? Ben ik wel goed genoeg? Het maakte dat ik heel hard mijn best deed, alsof ik wilde laten zien: ‘Ik kan het. Heus’. Tot ik leerde en invoelde, dat ik niet verder kan zijn dan ik ben. Dat ik niet meer kan geven dan ik ‘heb’. En dat ik – wanneer ik er werkelijk ben - genoeg ben. Altijd.
Het besef bracht mij bij een ontspanning die ik nog niet kende. Niet dat het een permanente ontspanning is – helaas niet – want nog altijd roepen er stemmetjes van binnen, maar ik herken ze, ik erken ze, en ik fluister zachtjes dat ik ze heb gehoord. En dat ik niet zal luisteren. Ik hóef (en wil!) niet langer een door mijzelf bedachte en gewenste versie van mij te zijn, maar ik mag zijn wie ik ben. Dat is genoeg. Deze nieuwe ontspanning gaat hand in hand met een diep gevoel van nederig-zijn. Van het besef dat we – uiteindelijk – allemaal ons hoofd hebben te buigen. Voor waar we vandaan komen, waar ons wiegje heeft gestaan, voor wat we (wel of niet) mochten ontvangen, hoe welkom we (wel of niet) waren, voor de gebeurtenissen in ons leven, voor het leven zelf, dat ons meevoert, uitnodigt of soms stil zet. Pas wanneer we – voorbij het verzet - van binnenuit ons hoofd kunnen buigen, kan er iets vrij komen wat eerder gevangen zat: levenskracht. Jaren geleden leerde ik het al van Michaël Derkse, grondlegger van de Pulsar Visie en één van mijn docenten aan de Pulsar Academie. Hij leerde me ook, dat het oude woord voor het woord Liefde niets anders is dan: Genoeg-zijn. Ik begreep wat hij zei, maar het vroeg toch nog tijd en levenservaring, voor ik werkelijk in mijzelf kon voelen, hoe waar dat is. Afgelopen vrijdag nam ik afscheid van de vierde groep aspirant vrijwilligers die ik mocht trainen voor hospice ’t Hofje in Lelystad. Mensen die op een goed moment in hun leven besloten zorg te willen dragen voor een medemens in de laatste levensfase. Die in de voorbereiding op dat zorgen bereid zijn te leren, te oefenen, naar zichzelf te kijken en te reflecteren. Mensen ook met allemaal een eigen verhaal, met eigen zorgen, eigen onzekerheden, pijn en verdriet. Maar dwars door dat alles heen zijn ze bereid en willen ze zich inzetten. Met zichzelf én ondanks zichzelf. En vaak ook met die bekende onzekerheid. ‘Kan ik het wel? Weet ik straks wel wat ik moet doen? Doe ik het wel goed? Ben ik wel genoeg?’ In alle oprechtheid kan ik dan antwoorden, dat ik daarvan overtuigd ben. Dat het feit dat ze er zijn en dat ‘iets’ in hen resoneerde bij de oproep: 'vrijwilligers gezocht' - impliciet in zich draagt, dat ze in zich hebben wat ‘nodig’ is. Dat ze daarop mogen vertrouwen. Zoals ze er ook op mogen vertrouwen dat wanneer je er bent – precies zoals je bent, met alles wat je in je hebt – dat je genoeg bent. Altijd. Laten we onszelf genoeg zijn. Laten we elkaar genoeg zijn. Of, in de woorden van Michaël Derkse: ‘Je mag jezelf genoeg zijn, in alle imperfectie en onvolledigheid die er nu is, met vallen en opstaan, vanuit de ruimte dat je mag ontdekken wie je bent en dat je ‘tekort’ mag schieten, omdat je onderweg bent, een reiziger in jouw leven.’
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Helderheid in de mistZoekend naar mezelf schrijf ik al mijn hele leven. Het schrijven helpt me te komen tot de essentie. Van mij, mijn gedoe, mijn vreugde en verdriet, kortom van mijn leven. Schrijven brengt helderheid in de mist. Het brengt me naar gebieden waar de zon schijnt. Al is het maar voor even. |